Wezenlijk beschouwen
Onthecht, niets bekends, alles nieuw, helder, vol van leven.
Opgelost in het niets, het alles.
Als het bekende wegvalt, alles waarvan ik dacht dat ik het was, werd in één ogenblijk vernietigd.
De denker, de voeler, de waarnemer, onthecht.
Leeg maar toch compleet.
Nu ik er over nadenk breng ik het weer tot leven en kan het onmogelijk terug gevonden worden.
Het denken en het voelen is mij bekend, maar nooit meer nieuw.
Alles is gelabeld, geconditioneerd bekend.
In het onthecht zijn is er pas echt ruimte voor liefde, in het niet onthecht zijn, is liefde slechts een surrogaat, een verlangen naar.
© Ronald Rhijnsbuger