Alle elementen in ons bestaan hebben ruimte nodig.
Laten we als voorbeeld nemen, het kijken naar een object.
Zoals nu kijk je naar deze tekst op het scherm.
Tussen de ogen die het scherm waarnemen zelf zit een afstand.
Deze afstand tussen de lezer en wat hij/zij leest is noodzakelijk.
Zonder afstand valt er namelijk niets te lezen. In deze afstand is ‘lege ruimte’ aanwezig.
We zijn als mens ons er meestal niet van bewust dat deze lege ruimte van waarde is.
Dat is jammer, want wanneer we onszelf bewust worden van deze ruimte, verruim je het speelveld waarbinnen we onszelf als mens kunnen ervaren.
Als je het omdraait en er zouden geen objecten zijn om waar te nemen, maar alleen lege ruimte, dan zouden we zeggen, er is niets. Lege ruimte is dus niets.
Dit ‘niets’ is volgens de programmering zoals wij als mens nu in het leven staan totaal niet interessant.
Dus om het duidelijk te krijgen; dit niets, deze lege ruimte, heeft op haar beurt geluiden en beelden nodig om het voor ons als mens op te kunnen merken.
Als we nu eens de aandacht richten op deze lege ruimte, kun je dan inzien dat deze materie voor alles in het universum een feit is. Overal is niets!
Of het nu het fysieke lichaam betreft of de aarde in zijn geheel. Alles heeft ruimte nodig.
We ademen zuurstof in en wetenschappelijk is de inhoud van die zuurstof te meten in haar samenstelling. Tussen alle moleculen en de verschillende stoffen die we inademen is er ruimte. Elke molecuul heeft ruimte nodig om te kunnen bestaan en om gemeten te kunnen worden door de instrumenten die door de wetenschap ontwikkeld zijn.
Om weer de aandacht te vestigen op de lege ruimte en het wetenschappelijke over te laten aan de wetenschap, is het voor dit moment interessant, om de lege ruimte te blijven observeren en te zien, of deze lege ruimte een spannende factor kan gaan spelen in de persoonlijke en zakelijke wereld. Tussen de ogen die een object waarnemen en het object zelf, zit dus lege ruimte.
Deze ruimte is er, omdat er afstand zit tussen de ogen en het object.
Afstand houdt in, dat er van A naar B gegaan wordt.
Van A naar B gaan kost tijd en in die tijd, beter gezegd psychologische tijd, vindt er in het individu van alles plaats. Als waarnemer kijk je naar dit scherm, het object dat zo’n dertig centimeter voor je gezichtsveld de ruimte inneemt.
De waarnemer registreert het object en duikt het geheugen in om met vergelijkingsmateriaal voor de dag te komen. Onze hersenen zijn zo geprogrammeerd dat we kijken en vergelijken.
We kijken bijvoorbeeld naar een mooie auto met de kleur rood.
Tegelijkertijd zorgen de hersenen ervoor, dat er identificaties naar boven komen met soortgelijke auto’s die ook de kleur rood hebben.
Simpel gezegd, komen alle herinneringen naar boven die je hebt met auto’s die de kleur rood hebben, zoals de auto’s die je zelf hebt gehad of graag zou willen hebben.
Dit is de psychologische tijd die de afstand opvult met herinneringen.
Herinneringen, het woord zegt het al, zijn opgedane
beelden en ervaringen uit het verleden.
Er vindt dus heel veel plaats in de afstand van A naar B.
Waarnemen is het kijken naar een object en hetgeen je bekend is daarop projecteren.
Wat zou er gebeuren als we de afstand, of psychologische tijd, zouden kunnen laten voor wat het is? Volgens de mening van velen is dit niet mogelijk, omdat dit inherent is aan het mens zijn. Ís dat zo, of denken we dat het menselijk brein zo in elkaar steekt?
Het denken tracht elk beeld mee te trekken in wat het kent.
Als we kijken zonder als waarnemer te registreren, maar in directheid het object aanschouwen, halen we de afstand eruit.
Er is dan geen afscheiding meer tussen de individu en het object. Wanneer men aanschouwt zonder te benoemen, registreren de hersenen niets, maar kijken zonder afstand naar het object.
Probeer eens met honderd procent aandacht en volledig aanwezig naar het scherm te kijken en observeer wat er plaatsvindt in jezelf.
De aandacht is niet volledig, zodra er gedachten of emoties vrijkomen.
Een manier om dit punt te kunnen bereiken is als volgt: Haal bewust adem en kijk naar het scherm. Laat het denken met rust en observeer de rust, de stilte en de lege ruimte die er in jezelf aanwezig is. Je kijkt, maar benoemt niets en slaat met volledige aandacht het beeld dat je voor je ziet gade. Blijf dit beeld al je aandacht geven en observeer hoe je zintuigen anders gaan reageren en ontdek dat er een rustig gevoel voor in de plaats komt.
De innerlijke ruimte in het fysieke lichaam en de geest komt aan de oppervlakte.
Kort gezegd, je bent je bewust van de lege ruimte, de stilte in de ervaring waar ook het object zich begeeft.
Je kijkt bijvoorbeeld naar een collega en hebt een beeld van hem of haar gecreëerd.
Alle eigenschappen van de betreffende collega hebben ervoor gezorgd dat er een beeld is ontstaan. Vanuit dat gecreëerde beeld bepalen we hoe we met de collega in verbinding staan.
We praten op een bepaalde toon of reageren op een specifieke manier naar deze collega toe.
Als je dezelfde collega de eerstvolgende keer met volledige aandacht observeert en niet vanuit de reeds bekende beeldvorming, krijgt het bekende geen kans zichzelf in stand te houden.
Is het nog altijd dezelfde persoon die voor je staat, zodra je de lege ruimte en de stilte in lichaam en geest toelaat en de collega observeert vanuit de directheid die er tussen jullie plaatsvindt? Klopt het beeld wat je van de persoon had, of zijn het aannames?
Kijken naar de ander zonder een zelf gecreëerd beeld over de ander, maakt een echte ontmoeting mogelijk. Zowel het eigen zelfbeeld als het beeld van de ander past zich aan.
Het is een kwestie van bewust kijken en je er bewust van zijn dat de ruimte in en om ons heen aanwezig is. Wanneer men zich hiervan bewust is, ontstaat er ruimte voor creativiteit door buiten het beeld van het bekende aanwezig te zijn.
Creativiteit is een stroming van levensenergie.
De creativiteit die we in dit boek omschrijven heeft niets met creativiteitsuitingen zoals schilderen of knutselen te maken. Hier bedoelen we met creativiteit; bewust zijn van het leven,
door de overvloed aan beelden van het bekende met rust te laten.
© Ronald Rhijnsburger
(Boek: De vernieuwde zakelijkheid)