· 

Denken leidt tot gehechtheid

Denken leidt tot gehechtheid

Wanneer je een kind zijn of haar speelgoed afpakt, wordt het verscheurd door verdriet alsof je ze iets vreselijkst aandoet.

Wanneer we een jongvolwassene of een volwassene zijn of haar speelgoed (veelal telefoon, tablet of wat er tegenwoordig ook voor apparaten zijn) afpakken, moet je vluchten voor je leven.

Een tijdje geleden tijdens een wandeling in een park ging ik even uitrusten op een bankje tussen de hoge bomen. Het was warm die dag, toen er een vrouw met haar zoon kwam aanlopen.

De vrouw keek op vanaf haar telefoon en terwijl ze mij gadesloeg zei de vrouw tegen haar zoon: “Nou die snapt het ook niet, is het mooi weer gaat hij in de schaduw tussen de bomen zitten.”

Normaliter zou ik hier niet op reageren, maar omdat de vrouw dit ongecontroleerd hardop zei, kon ik het niet laten.

 

Ik zei tegen de vrouw: “Het spijt mij mevrouw dat ik het niet begrepen heb, ik zal gelijk mijn telefoon pakken en er naar gaan staren en gelijk een app-je sturen naar huis dat ik heerlijk aan het wandelen ben in de felle zon in het park.

Ps. ik heb nog géén Pokémon gevonden, maar de natuur is prachtig gezien vanaf mijn telefoon.”

Even dacht ik dat de vrouw terplekke zou ontploffen gezien haar hoofd dat rood en paars aanliep.

Maar de hechting van haar telefoon won het, en zonder een woord te zeggen werd ze weer als een kind dat volledig opging in haar speelgoed.

 

Er naar terugkijkend heb ik sterk het vermoeden dat haar zoon het hele gebeuren niet eens heeft meegekregen.

Deze gehechtheden zijn puur mechanisch en hebben werkelijk niets met de realiteit te maken, het is amusement voor het ego, die voed zich er gretig mee.

Maar er zijn verschillende stadiums van gehechtheden.

Wanneer een verscheurd kind een ander stuk speelgoed geeft, hecht het zich daarmee en stopt met huilen.

 

Ik speelde vroeger met een houten treintje, tegenwoordig spelen ze met een Xbox of weet ik veel hoe het speelobject ook mag heten. 

De techniek is met hele grote sprongen vooruit gegaan, alleen de mens is maar zeer weinig veranderd! Hoe kan dat?

De denkgeest word steeds intelligenter, alleen het is oppervlakkige naar buiten toe gerichte intelligentie, het staat totaal los van echte intelligentie.

Want wanneer er echte intelligentie werkzaam is in ons, weet je zeker dat de natuur vele malen mooier is gezien vanuit directe waarneming dan vanaf een glazen plaatje van de telefoon.

Het is alsof mensen een surrogaat wereld mooier vinden dan de echte wereld.

 

Dit infantiele gedrag laat ons zien dat wanneer het kleine kind gehecht raakt en zich met de uiterlijke objecten verbind, er steeds minder ruimte overblijft voor het echte ‘innerlijke vrijheid’.

Dit overigens is op geen enkele manier bedoeld als aanval of veroordeling naar wie dan ook, zelfs niet naar de mevrouw in het park.

Ik gunde haar dat ze die dag vele Pokémon heeft mogen vinden en dat het haar eventjes gelukkig heeft gemaakt.

Het is voor ons allemaal onderzoek waardig om in te gaan zien hoe gehecht we werkelijk zijn aan van alles en nog wat.

 

 

 

©Ronald Rhijnsburger