Ook in het verhuizen schuilt een rouwproces.
Tijdens mijn kindertijd verhuisden we van een klein dorpje naar de grote stad.
Alles wat bekend was moest worden achtergelaten.
Het huis, school, vriendjes en vriendinnetjes.
Ook als je volwassen bent en wanneer je vrijwillig gaat verhuizen na twintig jaar in hetzelfde huis te hebben gewoond, dan doet dat iets met je.
Je bent blij dat je een nieuwe plek krijgt, maar tijdens het inpakken komen alle herinneringen voorbij. Het opruim- en inpakproces kan heel wat losweken.
Je krijgt een weemoedig gevoel en je denkt terug aan de leuke en minder leuke momenten, die je zelf en met elkaar door de jaren heen hebt beleefd.
Je gaat nu afscheid nemen van heel veel zaken waar je aan gehecht bent geraakt.
Alles waar we als mens aan gehecht raken en waar we afscheid van nemen zorgt voor een rouwproces. Voor de denkgeest is dit een rampscenario.
Het krijgt te maken met zintuiglijke waarnemingen die het niet kent.
Het nieuwe onbekende maakt ons soms angstig.
De gedachten die dan niet vreemd zijn klinken als: “Stel dat ik de verkeerde keuze heb gemaakt. Stel dat ik het daar helemaal niet leuk ga vinden.
Ik ken daar bijna niemand. Ik vind het best spannend allemaal!
Waarom doe ik dit eigenlijk? Kan ik nog terug?
Ik lijk wel gek aan het worden, eerst wilde ik het heel graag, maar nu weet ik het niet zo zeker meer!”
Dit geldt natuurlijk niet voor iedereen.
Je kunt ook met gierende banden wegrijden van je oude huis, omdat het een vreselijk huis, of een vreselijke buurt was, met vervelende buren.
Ik had eens een heel vervelende buurman.
De man was alcoholist en iedere dag was het hetzelfde liedje.
Krat bier halen, muziek op tien, ramen open en mee blèren.
Overdag was hij niet thuis, maar dan zorgde zijn hond voor de nodige decibellen. Kortom overlast, elke dag weer.
Totdat hij uit het huis gezet werd en hopelijk hulp heeft gekregen.
De vreemde situatie deed zich voor, dat iets in mij gewend was geraakt aan de herrie en de negatieve prikkels.
Je zult mij nooit horen zeggen dat ik het miste, maar ergens was er iets in mijn hersenen en systeem, dat het als gewoon en bekend had betiteld.
Dit werd, toen hij weg was, niet meer gevoed en daardoor ontstond deze vreemde reactie in mij. Ik wil hiermee aangeven dat verhuizen of een verandering in de woonsituatie mentaal iets met ons doet.
Je lichaam en geest hebben tijd nodig, om dit te verwerken en een plekje te geven. Meestal als je het geestelijk op een rijtje hebt, krijg je nog te maken met het fysieke lichaam. Het fysieke lichaam loopt wat achter de geestelijke feiten aan.
Het is wat trager en in het geheugen van het lichaam zit de herinnering van de spanning en stress.
Elk geluid, elk beeld komt binnen en moet verwerkt worden.
Dus als we gaan verhuizen, dan hebben we tijd nodig om dit allemaal een plekje te geven. Alle gedachten, emoties en gemoedstoestanden die we op een bepaalde plek hebben gehad, passeren nog een keer de revue.
Ons huis moet onze veilige thuisbasis zijn.
Het houdt je droog en veilig voor de buitenwereld.
Ik kan mij nog goed herinneren dat ik in de wat minder leuke momenten van het leven vaak droomde dat ik in het huis van mijn oma en opa was.
Ik kan mij de geur van het huis tot op de dag van vandaag nog herinneren en weet nog precies hoe het rook en aanvoelde.
Hoe de stoelen zaten en hoe het kleed dat op de eettafel lag aan mijn armen kriebelde. Vaak was dat gevoel de andere dag nog steeds aanwezig in het ‘dag-bewustzijn’.
Later bezien is het waarschijnlijk mijn geest geweest die op zoek was naar veiligheid, omdat het te veel tegenstellingen ervoer over de dag heen.
Het was op zoek naar balans en geborgenheid.
Alles in het leven draait om de orde die er is, wanneer er vrede en geborgenheid in jezelf huist. Vrede houdt in dat je in balans bent.
De verandering van een woonsituatie brengt, of je wilt of niet, nu eenmaal verandering met zich mee.
Om in dit verhaal een balans aan te geven; je kunt zien dat ‘verandering’ van dat wat ons bekend is verschuiving en aanpassing van ons vergt.
De nieuwe realiteit gekozen, of overkomen, daagt ons uit hiermee om te leren gaan.
Geschreven door Ronald Rhijnsburger
© Dagboek aan mijn overleden vader
Reactie schrijven