We worden zo beïnvloed door onze ervaringen in het leven en zelfs van de ervaringen van onze voorvaderen.
Laatst heb ik samen met mijn vrouw het graf van mijn opa bezocht, maar wat valt daar nog te vinden?
“Dit nooit meer!”, hoor je elk jaar in Mei terugkomen, maar je kunt jezelf afvragen of de mens eigenlijk wel veranderd is.
Zijn we als soort niet gewoon heel vijandig naar elkaar?
Wanneer ik ergens in geloof en mijn buurman denkt daar anders over, is er niet veel nodig om een conflict met elkaar te krijgen.
Ik ben overtuigd van mijn gelijkheid en hij van het zijne.
Ik ben en besta uit jou en jij weer uit jouw vader.
Ik ben een Nederlander en mijn buurman is Pools.
Ik ben een mens en zo is mijn buurman dat ook. Wat zijn de verschillen eigenlijk?
Hij leeft op aarde net als ik.
Toen ik hem laatst sprak vertelde hij trouwens dat zijn ouders oorspronkelijk uit Duitsland afkomstig zijn, maar na de oorlog verhuisd zijn naar Polen.
Hijzelf heeft dertig jaar in Zweden gewoond.
Hij opperde dat een paspoort, waarin staat dat hij een wereldburger is, beter zou kloppen.
Hoe is het toch mogelijk dat de ene mens zich superieur voelt over de ander.
Hoe onbewust lijden we als mens aan dezelfde pijn door onze af gescheidenheid.
Ieder mens is met elk ander mens verbonden, simpelweg omdat we mens zijn.
Als ik hatelijk ben naar mijn buurman, dan ben ik hatelijk naar mijzelf.
Waarom vechten we als mens elkaar toch altijd de tent uit?
Ik heb er wel een idee over, maar zal de mens ooit instaat zijn om naar het grotere plaatje te kunnen kijken?
Waarom moeten we er als mens eens in de zoveel jaar aan herinnerd worden dat we lijden aan dezelfde waanzin en hebben we een crisis of oorlog nodig, om achteraf te kunnen zeggen: “Dit nooit meer!” Wat een onwetendheid.
En maar denken dat we als mens het superieure ras zijn hier op aarde.
We zijn vernietigers van alles wat leeft.
We slachten elkaar af en ik vraag me dan ook sterk af of de oorlog ooit wel uit de mens verdwijnt.
Ik denk, zolang we onszelf blijven afscheiden van de ander dit in de nabije toekomst, niet snel het geval zal zijn.
Geschreven door Ronald Rhijnsburger
© Dagboek aan mijn overleden vader