· 

Mijn beeld van hem

Rouwen om een dierbare bij diens overlijden is een ervaring die onlosmakelijk aan het leven verbonden is.

Vroeg of laat krijgen we als mens hier in ons bestaan mee te maken.

Niet alleen het rouwen bij overlijden is een rouwproces, ook het beëindigen van relaties, vriendschappen, verandering van baan, verhuizen en zelfs de vergankelijkheid van ons ‘zelf’, het fysieke bestaan valt te bezien als zijnde een vorm van rouwen.

Na jaren van beschouwen, zowel bij mezelf als bij anderen, kwam ik tot het besef dat ‘verandering’ in het leven datgene is, waar we angst voor hebben.

Veel van onze beeldvormingen en patronen zijn ontstaan of gevormd door zintuigelijke waarnemingen, die we onderweg met onze ervaringen tijdens het leven opdoen. Zo creëerde mijn ‘ik’, mijn geest, het beeld van mijn vader die een aantal jaren geleden na een kort ziekbed overleed.

Een rolmodel, waar ik me als kind veilig bij voelde en waarmee ik me volledig geïdentificeerd had. Later in mijn leven ontwikkelde dit zich meer naar een soort van vriendschap, zeker in de periode waarin we binnen onze ondernemingen samenwerkten.

 

De verschillende rolverdelingen, vulden de inhoud op van het beeld dat ik ‘mijn vader’ noem. De beeldvormer in ons voedt deze inhoud.

Soms lopen we daarbij teleurstellingen op, bijvoorbeeld als de ander niet reageert, zoals je normaliter van deze persoon gewend bent.

Een teleurstelling kan het beeld dat je van een ander hebt verstoren en veel in je teweegbrengen.

De emoties en gevoelens die dan omhoog kunnen komen, zijn die van onveiligheid, waardoor je een gevoel van eenzaamheid ontwikkelt.

Je kunt boos of verdrietig raken, omdat je de ander niet meer begrijpt, of vindt dat diegene een rotstreek met je heeft uitgehaald.

Je voelt je in de steek gelaten, of zelfs verraden. Er vindt dan een afscheiding plaats tussen jou en de ander. Het beeld dat je van de ander hebt raakt uit balans, wat vervolgens jou weer uit balans kan brengen.

Je had je zo sterk geïdentificeerd met de ander dat het eigen zelfbeeld eraan vastgekoppeld is en er zelfs mee versmolten raakt.

In een mooi moment met elkaar spreek je van een echte oprechte verbinding.

In een moment van teleurstelling en onbegrip is de ander iemand die je vertrouwen heeft beschaamd heeft.

Ons zelfbeeld is gekoppeld áán en uit balans te brengen dóór iemand anders.

 

Mijn vader heeft mij weleens verdriet gedaan, door een bepaalde keuze te maken in zijn leven. Niet om mij bewust pijn te doen, maar door randzaken die hem noodzaakten een keuze te maken en te kiezen voor zichzelf.

Hierdoor kwam er een scheur in onze relatie, het zorgde een tijdje voor een bepaalde bekoeling. We waren geen grote praters, dus werden ongemakkelijkheden niet goed uitgesproken. Later heb ik begrepen dat hij er net zo mee zat als ik, maar hij kon niet anders. Waarschijnlijk had ik net zo gereageerd als hij, wanneer ik in zijn schoenen had gestaan, maar ik was echt diep teleurgesteld in hem en werd misselijk van de gedachten, emoties en gevoelens die ik hierdoor kreeg.

Mijn grote held had mij pijn gedaan. Hij had me in de steek gelaten.

Wat ik later zou beschrijven als de ‘vadermoord’.

Het is juist deze teleurstelling die ons beiden in staat heeft gesteld, om een verdieping te ervaren in onze band. Het kindbeeld dat ik van hem had stortte in, het crashte, waardoor het beeld dat ik van hem had veranderde. Deze verandering, aanpassing was heftig en pijnlijk, maar noodzakelijk.

Mijn beeld over hem was simpelweg niet realistisch. Ik dacht dat ik wel wist wie hij was, beter dan hij zichzelf kende.

 

In de levensfase waar ik mij destijds in bevond, klopte het beeld over ons niet meer, zowel hij als ik hadden onze verantwoordelijkheden te nemen in het leven.

Ik kon me niet meer verschuilen achter mijn vader en moest het nu zelf doen.

Toen ik mijn eigen verantwoordelijkheid oppakte en we weer beter contact kregen, zag ik een heel andere man.

In mijn ‘ik’ van een jaar of negen zal hij altijd mijn held blijven, terwijl mijn ‘ik’ van veertig jaar volwassen is geworden.

Ik weet dat het niet gezond is, om op iemand te leunen die, als het even tegenzit, het voor je op mag knappen. Het verlies, het gemis, het mee-sterven, het elkaar nooit meer kunnen aankijken en vasthouden, het leren omgaan met die intense leegte, het hartverscheurende verdriet en de uiteindelijke aanvaarding, horen allemaal bij het proces dat we ‘het rouwproces’ noemen.

 

Geschreven door Ronald Rhijnsburger

© Dagboek aan mijn overleden vader

Reactie schrijven

Commentaren: 0